قَالَ إِنِّي لَيَحۡزُنُنِيٓ أَن تَذۡهَبُواْ بِهِۦ وَأَخَافُ أَن يَأۡكُلَهُ ٱلذِّئۡبُ وَأَنتُمۡ عَنۡهُ غَٰفِلُونَ
Hij zeide: "Het verdriet mij, dat gij hem zoudt medenemen en ik vrees, dat de wolf hem zal verslinden terwijl gij niet op hem let
Author: Van De Taal