سَوَآءٞ مِّنكُم مَّنۡ أَسَرَّ ٱلۡقَوۡلَ وَمَن جَهَرَ بِهِۦ وَمَنۡ هُوَ مُسۡتَخۡفِۭ بِٱلَّيۡلِ وَسَارِبُۢ بِٱلنَّهَارِ
Voor Hem is hij gelijk die onder u het woord verbergt en hij die het openlijk uit; alsook hij, die zich 's nachts verbergt en hij, die overdag (openlijk) voortgaat
Author: Van De Taal