Surah Ash-Shuara - Danish Translation by Van De Taal
طسٓمٓ
Taa Sien Miem
Surah Ash-Shuara, Verse 1
تِلۡكَ ءَايَٰتُ ٱلۡكِتَٰبِ ٱلۡمُبِينِ
Dit zijn de verzen van het duidelijke Boek
Surah Ash-Shuara, Verse 2
لَعَلَّكَ بَٰخِعٞ نَّفۡسَكَ أَلَّا يَكُونُواْ مُؤۡمِنِينَ
Wellicht zult gij ten dode toe treuren omdat zij niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 3
إِن نَّشَأۡ نُنَزِّلۡ عَلَيۡهِم مِّنَ ٱلسَّمَآءِ ءَايَةٗ فَظَلَّتۡ أَعۡنَٰقُهُمۡ لَهَا خَٰضِعِينَ
Als Wij het willen, kunnen Wij hun een teken van de hemel nederzenden, zodat hun hoofd er zich voor zal nederbuigen
Surah Ash-Shuara, Verse 4
وَمَا يَأۡتِيهِم مِّن ذِكۡرٖ مِّنَ ٱلرَّحۡمَٰنِ مُحۡدَثٍ إِلَّا كَانُواْ عَنۡهُ مُعۡرِضِينَ
Maar er komt van de Barmhartige geen nieuwe vermaning tot hen of zij wenden zich er van af
Surah Ash-Shuara, Verse 5
فَقَدۡ كَذَّبُواْ فَسَيَأۡتِيهِمۡ أَنۢبَـٰٓؤُاْ مَا كَانُواْ بِهِۦ يَسۡتَهۡزِءُونَ
Voorzeker zij hebben dit verloochend, maar weldra zullen de tijdingen hun bereiken van hetgeen zij bespotten
Surah Ash-Shuara, Verse 6
أَوَلَمۡ يَرَوۡاْ إِلَى ٱلۡأَرۡضِ كَمۡ أَنۢبَتۡنَا فِيهَا مِن كُلِّ زَوۡجٖ كَرِيمٍ
Zien zij niet op aarde - hoeveel voortreffelijke soorten Wij daarop hebben doen groeien
Surah Ash-Shuara, Verse 7
إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗۖ وَمَا كَانَ أَكۡثَرُهُم مُّؤۡمِنِينَ
Daarin is inderdaad een teken; maar de meesten onder hen willen niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 8
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
En voorzeker uw Heer is de Machtige, de Genadige
Surah Ash-Shuara, Verse 9
وَإِذۡ نَادَىٰ رَبُّكَ مُوسَىٰٓ أَنِ ٱئۡتِ ٱلۡقَوۡمَ ٱلظَّـٰلِمِينَ
Toen uw Heer tot Mozes riep: "Ga naar het onrechtvaardige volk
Surah Ash-Shuara, Verse 10
قَوۡمَ فِرۡعَوۡنَۚ أَلَا يَتَّقُونَ
Het volk van Pharao. Zullen zij (Mij) niet vrezen
Surah Ash-Shuara, Verse 11
قَالَ رَبِّ إِنِّيٓ أَخَافُ أَن يُكَذِّبُونِ
Zeide hij: "Mijn Heer, ik vrees, dat zij mij zullen verloochenen
Surah Ash-Shuara, Verse 12
وَيَضِيقُ صَدۡرِي وَلَا يَنطَلِقُ لِسَانِي فَأَرۡسِلۡ إِلَىٰ هَٰرُونَ
En mijn boezem vernauwt zich en mijn tong is niet welsprekend; zend daarom (bericht) aan Aäron (om mij te helpen)
Surah Ash-Shuara, Verse 13
وَلَهُمۡ عَلَيَّ ذَنۢبٞ فَأَخَافُ أَن يَقۡتُلُونِ
Bovendien hebben zij een aanklacht van misdaad tegen mij, dus vrees ik dat zij mij zullen doden
Surah Ash-Shuara, Verse 14
قَالَ كَلَّاۖ فَٱذۡهَبَا بِـَٔايَٰتِنَآۖ إِنَّا مَعَكُم مُّسۡتَمِعُونَ
Hij (God) zeide: "In geen geval, gaat dan met Onze tekenen; Wij zijn met u en zullen horen
Surah Ash-Shuara, Verse 15
فَأۡتِيَا فِرۡعَوۡنَ فَقُولَآ إِنَّا رَسُولُ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
Gaat dus naar Pharao en zegt: 'Wij zijn de boodschappers van de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 16
أَنۡ أَرۡسِلۡ مَعَنَا بَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ
Laat de kinderen Israëls met ons meegaan
Surah Ash-Shuara, Verse 17
قَالَ أَلَمۡ نُرَبِّكَ فِينَا وَلِيدٗا وَلَبِثۡتَ فِينَا مِنۡ عُمُرِكَ سِنِينَ
Hij (Pharao) zeide: "Voedden wij u niet onder ons op toen gij een kind waart? En gij bleeft onder ons vele jaren van uw leven
Surah Ash-Shuara, Verse 18
وَفَعَلۡتَ فَعۡلَتَكَ ٱلَّتِي فَعَلۡتَ وَأَنتَ مِنَ ٱلۡكَٰفِرِينَ
En gij weet wat gij deedt, terwijl gij ondankbaar waart
Surah Ash-Shuara, Verse 19
قَالَ فَعَلۡتُهَآ إِذٗا وَأَنَا۠ مِنَ ٱلضَّآلِّينَ
Hij (Mozes) zeide: "Ik deed dit, toen ik nog tot de dwalenden behoorde
Surah Ash-Shuara, Verse 20
فَفَرَرۡتُ مِنكُمۡ لَمَّا خِفۡتُكُمۡ فَوَهَبَ لِي رَبِّي حُكۡمٗا وَجَعَلَنِي مِنَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Daarom vluchtte ik van u omdat ik u vreesde; maar mijn Heer heeft mij wijsheid geschonken en mij tot een boodschapper gemaakt
Surah Ash-Shuara, Verse 21
وَتِلۡكَ نِعۡمَةٞ تَمُنُّهَا عَلَيَّ أَنۡ عَبَّدتَّ بَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ
Is dit de gunst die gij mij in herinnering brengt, dat gij de kinderen van Israël tot slaven hebt gemaakt
Surah Ash-Shuara, Verse 22
قَالَ فِرۡعَوۡنُ وَمَا رَبُّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
Pharao zeide: "En wie is de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 23
قَالَ رَبُّ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ وَمَا بَيۡنَهُمَآۖ إِن كُنتُم مُّوقِنِينَ
Mozes antwoordde: "De Heer der hemelen en der aarde en van alles wat er tussen is, als gij het wilt geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 24
قَالَ لِمَنۡ حَوۡلَهُۥٓ أَلَا تَسۡتَمِعُونَ
Pharao zeide tot degenen die om hem heen waren: "Hoort gij het niet
Surah Ash-Shuara, Verse 25
قَالَ رَبُّكُمۡ وَرَبُّ ءَابَآئِكُمُ ٱلۡأَوَّلِينَ
Mozes zeide: "Uw Heer, en de Heer uwer voorvaderen
Surah Ash-Shuara, Verse 26
قَالَ إِنَّ رَسُولَكُمُ ٱلَّذِيٓ أُرۡسِلَ إِلَيۡكُمۡ لَمَجۡنُونٞ
Pharao zeide: "Waarlijk, de boodschapper die tot u is gezonden, is krankzinnig
Surah Ash-Shuara, Verse 27
قَالَ رَبُّ ٱلۡمَشۡرِقِ وَٱلۡمَغۡرِبِ وَمَا بَيۡنَهُمَآۖ إِن كُنتُمۡ تَعۡقِلُونَ
Mozes zeide: "Hij is de Heer van het Oosten en van het Westen en van alles wat daar tussen is, indien gij wilt begrijpen
Surah Ash-Shuara, Verse 28
قَالَ لَئِنِ ٱتَّخَذۡتَ إِلَٰهًا غَيۡرِي لَأَجۡعَلَنَّكَ مِنَ ٱلۡمَسۡجُونِينَ
Pharao zeide tot hem: "Indien gij een andere God aanneemt dan mij zal ik u zeker in de gevangenis werpen
Surah Ash-Shuara, Verse 29
قَالَ أَوَلَوۡ جِئۡتُكَ بِشَيۡءٖ مُّبِينٖ
Mozes antwoordde: "Ofschoon ik u een duidelijk teken breng
Surah Ash-Shuara, Verse 30
قَالَ فَأۡتِ بِهِۦٓ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
Pharao zeide: "Breng het dan als gij tot de waarachtigen behoort
Surah Ash-Shuara, Verse 31
فَأَلۡقَىٰ عَصَاهُ فَإِذَا هِيَ ثُعۡبَانٞ مُّبِينٞ
Daarop wierp Mozes zijn staf neder, en ziet! deze werd een zichtbare slang
Surah Ash-Shuara, Verse 32
وَنَزَعَ يَدَهُۥ فَإِذَا هِيَ بَيۡضَآءُ لِلنَّـٰظِرِينَ
En hij strekte zijn hand uit, en ziet! zij was wit voor de toeschouwers
Surah Ash-Shuara, Verse 33
قَالَ لِلۡمَلَإِ حَوۡلَهُۥٓ إِنَّ هَٰذَا لَسَٰحِرٌ عَلِيمٞ
Pharao zeide tot de vooraanstaanden om zich heen: "Dit is inderdaad een bedreven tovenaar
Surah Ash-Shuara, Verse 34
يُرِيدُ أَن يُخۡرِجَكُم مِّنۡ أَرۡضِكُم بِسِحۡرِهِۦ فَمَاذَا تَأۡمُرُونَ
Hij wenst u uit uw land te verdrijven door zijn tovenarij. Wat raadt gij mij dan aan
Surah Ash-Shuara, Verse 35
قَالُوٓاْ أَرۡجِهۡ وَأَخَاهُ وَٱبۡعَثۡ فِي ٱلۡمَدَآئِنِ حَٰشِرِينَ
Zij zeiden: "Geef hem en zijn broeder uitstel en zend aankondigers naar de steden
Surah Ash-Shuara, Verse 36
يَأۡتُوكَ بِكُلِّ سَحَّارٍ عَلِيمٖ
Die u iedere bedreven tovenaar zullen brengen
Surah Ash-Shuara, Verse 37
فَجُمِعَ ٱلسَّحَرَةُ لِمِيقَٰتِ يَوۡمٖ مَّعۡلُومٖ
Dus werden de tovenaars verzameld op de bepaalde tijd op een vastgestelde dag
Surah Ash-Shuara, Verse 38
وَقِيلَ لِلنَّاسِ هَلۡ أَنتُم مُّجۡتَمِعُونَ
En er werd tot het volk gezegd: "Wilt gij u ook verzamelen
Surah Ash-Shuara, Verse 39
لَعَلَّنَا نَتَّبِعُ ٱلسَّحَرَةَ إِن كَانُواْ هُمُ ٱلۡغَٰلِبِينَ
Opdat wij de tovenaars mogen volgen als zij overwinnaars zijn
Surah Ash-Shuara, Verse 40
فَلَمَّا جَآءَ ٱلسَّحَرَةُ قَالُواْ لِفِرۡعَوۡنَ أَئِنَّ لَنَا لَأَجۡرًا إِن كُنَّا نَحۡنُ ٱلۡغَٰلِبِينَ
En toen de tovenaars kwamen, vroegen zij aan Pharao, "Zal er een beloning voor ons zijn als wij de overwinnaars worden
Surah Ash-Shuara, Verse 41
قَالَ نَعَمۡ وَإِنَّكُمۡ إِذٗا لَّمِنَ ٱلۡمُقَرَّبِينَ
Hij antwoordde: "Ja zeker, bovendien zult gij tot de gunstelingen behoren
Surah Ash-Shuara, Verse 42
قَالَ لَهُم مُّوسَىٰٓ أَلۡقُواْ مَآ أَنتُم مُّلۡقُونَ
Mozes zeide tot hen: "Werpt neder hetgeen gij te werpen hebt
Surah Ash-Shuara, Verse 43
فَأَلۡقَوۡاْ حِبَالَهُمۡ وَعِصِيَّهُمۡ وَقَالُواْ بِعِزَّةِ فِرۡعَوۡنَ إِنَّا لَنَحۡنُ ٱلۡغَٰلِبُونَ
Toen gooiden zij hun touwen en hun roeden, en zeiden: "Bij de macht van Pharao, wij zullen de overhand krijgen
Surah Ash-Shuara, Verse 44
فَأَلۡقَىٰ مُوسَىٰ عَصَاهُ فَإِذَا هِيَ تَلۡقَفُ مَا يَأۡفِكُونَ
Daarna wierp Mozes zijn staf neder en ziet! deze slokte alles wat zij hadden gemaakt op
Surah Ash-Shuara, Verse 45
فَأُلۡقِيَ ٱلسَّحَرَةُ سَٰجِدِينَ
Daarop wierpen de tovenaars zich op de grond neder
Surah Ash-Shuara, Verse 46
قَالُوٓاْ ءَامَنَّا بِرَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
En riepen uit: "Wij geloven in de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 47
رَبِّ مُوسَىٰ وَهَٰرُونَ
De Heer van Mozes en Aäron
Surah Ash-Shuara, Verse 48
قَالَ ءَامَنتُمۡ لَهُۥ قَبۡلَ أَنۡ ءَاذَنَ لَكُمۡۖ إِنَّهُۥ لَكَبِيرُكُمُ ٱلَّذِي عَلَّمَكُمُ ٱلسِّحۡرَ فَلَسَوۡفَ تَعۡلَمُونَۚ لَأُقَطِّعَنَّ أَيۡدِيَكُمۡ وَأَرۡجُلَكُم مِّنۡ خِلَٰفٖ وَلَأُصَلِّبَنَّكُمۡ أَجۡمَعِينَ
Pharao zeide tot hen: "Gelooft gij in hem voordat ik u toestemming geef? Hij is zeker uw leider die u tovenarij heeft onderwezen. Maar gij zult het weldra te weten komen. Ik zal zeker uw handen en uw voeten van links en rechts afhakken, en u allen doen kruisigen
Surah Ash-Shuara, Verse 49
قَالُواْ لَا ضَيۡرَۖ إِنَّآ إِلَىٰ رَبِّنَا مُنقَلِبُونَ
Zij antwoordden: "Dat geeft niet; wij zullen voorzeker tot onze Heer terugkeren
Surah Ash-Shuara, Verse 50
إِنَّا نَطۡمَعُ أَن يَغۡفِرَ لَنَا رَبُّنَا خَطَٰيَٰنَآ أَن كُنَّآ أَوَّلَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
Wij hopen dat onze Heer ons onze zonden zal vergeven, want wij zijn de eersten der gelovigen
Surah Ash-Shuara, Verse 51
۞وَأَوۡحَيۡنَآ إِلَىٰ مُوسَىٰٓ أَنۡ أَسۡرِ بِعِبَادِيٓ إِنَّكُم مُّتَّبَعُونَ
En Wij openbaarden aan Mozes, zeggende: "Neemt Mijn dienaren mede in de nacht, want gij zult worden achtervolgd
Surah Ash-Shuara, Verse 52
فَأَرۡسَلَ فِرۡعَوۡنُ فِي ٱلۡمَدَآئِنِ حَٰشِرِينَ
En Pharao zond herauten naar de steden, zeggende
Surah Ash-Shuara, Verse 53
إِنَّ هَـٰٓؤُلَآءِ لَشِرۡذِمَةٞ قَلِيلُونَ
Dit is slechts een kleine groep
Surah Ash-Shuara, Verse 54
وَإِنَّهُمۡ لَنَا لَغَآئِظُونَ
Toch hebben zij ons vertoornd
Surah Ash-Shuara, Verse 55
وَإِنَّا لَجَمِيعٌ حَٰذِرُونَ
En wij zijn een ten volle bewapende menigte
Surah Ash-Shuara, Verse 56
فَأَخۡرَجۡنَٰهُم مِّن جَنَّـٰتٖ وَعُيُونٖ
Daarom verbanden Wij hen uit hun tuinen en bronnen
Surah Ash-Shuara, Verse 57
وَكُنُوزٖ وَمَقَامٖ كَرِيمٖ
En schatten en voortreffelijke woning
Surah Ash-Shuara, Verse 58
كَذَٰلِكَۖ وَأَوۡرَثۡنَٰهَا بَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ
Zo geschiedde het; en Wij gaven die als een erfenis aan de kinderen van Israël
Surah Ash-Shuara, Verse 59
فَأَتۡبَعُوهُم مُّشۡرِقِينَ
En zij (Egyptenaren) vervolgden hen bij zonsopgang
Surah Ash-Shuara, Verse 60
فَلَمَّا تَرَـٰٓءَا ٱلۡجَمۡعَانِ قَالَ أَصۡحَٰبُ مُوسَىٰٓ إِنَّا لَمُدۡرَكُونَ
En toen de twee scharen elkander zagen, zeiden de metgezellen van Mozes: "Wij worden zeker ingehaald
Surah Ash-Shuara, Verse 61
قَالَ كَلَّآۖ إِنَّ مَعِيَ رَبِّي سَيَهۡدِينِ
In geen geval!" zeide hij. "Mijn Heer is met mij. Hij zal mij leiden
Surah Ash-Shuara, Verse 62
فَأَوۡحَيۡنَآ إِلَىٰ مُوسَىٰٓ أَنِ ٱضۡرِب بِّعَصَاكَ ٱلۡبَحۡرَۖ فَٱنفَلَقَ فَكَانَ كُلُّ فِرۡقٖ كَٱلطَّوۡدِ ٱلۡعَظِيمِ
Toen openbaarden Wij aan Mozes: "Tref de zee met uw staf." Waarop zij vaneen week en elk gedeelte was als een grote berg
Surah Ash-Shuara, Verse 63
وَأَزۡلَفۡنَا ثَمَّ ٱلۡأٓخَرِينَ
En Wij lieten de anderen naderbij komen
Surah Ash-Shuara, Verse 64
وَأَنجَيۡنَا مُوسَىٰ وَمَن مَّعَهُۥٓ أَجۡمَعِينَ
En Wij redden Mozes en allen die met hem waren
Surah Ash-Shuara, Verse 65
ثُمَّ أَغۡرَقۡنَا ٱلۡأٓخَرِينَ
Daarna verdronken Wij de anderen
Surah Ash-Shuara, Verse 66
إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗۖ وَمَا كَانَ أَكۡثَرُهُم مُّؤۡمِنِينَ
Hierin is zeker een teken maar de meesten onder hen willen niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 67
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
Voorwaar, uw Heer is de Almachtige, de Genadevolle
Surah Ash-Shuara, Verse 68
وَٱتۡلُ عَلَيۡهِمۡ نَبَأَ إِبۡرَٰهِيمَ
En verkondig aan het volk het verhaal van Abraham
Surah Ash-Shuara, Verse 69
إِذۡ قَالَ لِأَبِيهِ وَقَوۡمِهِۦ مَا تَعۡبُدُونَ
Toen hij tot zijn vader en zijn volk zeide: "Wat aanbidt gij
Surah Ash-Shuara, Verse 70
قَالُواْ نَعۡبُدُ أَصۡنَامٗا فَنَظَلُّ لَهَا عَٰكِفِينَ
Zeiden zij: "Wij aanbidden (onze) goden en wij zullen hun toegewijd blijven
Surah Ash-Shuara, Verse 71
قَالَ هَلۡ يَسۡمَعُونَكُمۡ إِذۡ تَدۡعُونَ
Hij zeide: "Horen zij u als gij hen aanroept
Surah Ash-Shuara, Verse 72
أَوۡ يَنفَعُونَكُمۡ أَوۡ يَضُرُّونَ
Baten of schaden zij u
Surah Ash-Shuara, Verse 73
قَالُواْ بَلۡ وَجَدۡنَآ ءَابَآءَنَا كَذَٰلِكَ يَفۡعَلُونَ
Zij antwoordden: "Maar wij vonden dat onze vaderen hetzelfde deden
Surah Ash-Shuara, Verse 74
قَالَ أَفَرَءَيۡتُم مَّا كُنتُمۡ تَعۡبُدُونَ
Hij zeide: "Ziet gij dan, wat gij aanbidt
Surah Ash-Shuara, Verse 75
أَنتُمۡ وَءَابَآؤُكُمُ ٱلۡأَقۡدَمُونَ
Gij en uw voorvaderen
Surah Ash-Shuara, Verse 76
فَإِنَّهُمۡ عَدُوّٞ لِّيٓ إِلَّا رَبَّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
Zij zijn vijanden van mij behalve de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 77
ٱلَّذِي خَلَقَنِي فَهُوَ يَهۡدِينِ
Die mij heeft geschapen en Hij is het, Die mij leidt
Surah Ash-Shuara, Verse 78
وَٱلَّذِي هُوَ يُطۡعِمُنِي وَيَسۡقِينِ
En Die mij voedsel en drank geeft
Surah Ash-Shuara, Verse 79
وَإِذَا مَرِضۡتُ فَهُوَ يَشۡفِينِ
En Die mij geneest wanneer ik ziek ben
Surah Ash-Shuara, Verse 80
وَٱلَّذِي يُمِيتُنِي ثُمَّ يُحۡيِينِ
En Die mij zal doen sterven en daarna weer tot het leven terugroepen
Surah Ash-Shuara, Verse 81
وَٱلَّذِيٓ أَطۡمَعُ أَن يَغۡفِرَ لِي خَطِيٓـَٔتِي يَوۡمَ ٱلدِّينِ
En Die, hoop ik, mij mijn tekortkomingen zal vergeven op de Dag des Oordeels
Surah Ash-Shuara, Verse 82
رَبِّ هَبۡ لِي حُكۡمٗا وَأَلۡحِقۡنِي بِٱلصَّـٰلِحِينَ
Mijn Heer schenk mij wijsheid en voeg mij bij de rechtvaardigen
Surah Ash-Shuara, Verse 83
وَٱجۡعَل لِّي لِسَانَ صِدۡقٖ فِي ٱلۡأٓخِرِينَ
En geef mij een goede naam onder de komende geslachten
Surah Ash-Shuara, Verse 84
وَٱجۡعَلۡنِي مِن وَرَثَةِ جَنَّةِ ٱلنَّعِيمِ
En maak mij een der erfgenamen van de Tuin der Zaligheid
Surah Ash-Shuara, Verse 85
وَٱغۡفِرۡ لِأَبِيٓ إِنَّهُۥ كَانَ مِنَ ٱلضَّآلِّينَ
En vergeef mijn vader, want hij behoorde tot de dwalenden
Surah Ash-Shuara, Verse 86
وَلَا تُخۡزِنِي يَوۡمَ يُبۡعَثُونَ
En verneder mij niet op de Dag waarop de mensen zullen worden opgewekt
Surah Ash-Shuara, Verse 87
يَوۡمَ لَا يَنفَعُ مَالٞ وَلَا بَنُونَ
De Dag waarop rijkdom noch kinderen zullen baten
Surah Ash-Shuara, Verse 88
إِلَّا مَنۡ أَتَى ٱللَّهَ بِقَلۡبٖ سَلِيمٖ
Maar slechts hij, die met een toegewijd hart tot Allah komt, (zal baat vinden)
Surah Ash-Shuara, Verse 89
وَأُزۡلِفَتِ ٱلۡجَنَّةُ لِلۡمُتَّقِينَ
En het paradijs zal nabij worden gebracht voor de rechtvaardigen
Surah Ash-Shuara, Verse 90
وَبُرِّزَتِ ٱلۡجَحِيمُ لِلۡغَاوِينَ
En de hel zal worden onthuld voor de dwalenden
Surah Ash-Shuara, Verse 91
وَقِيلَ لَهُمۡ أَيۡنَ مَا كُنتُمۡ تَعۡبُدُونَ
En er zal tot hen worden gezegd: "Waar zijn zij die gij aanbadt
Surah Ash-Shuara, Verse 92
مِن دُونِ ٱللَّهِ هَلۡ يَنصُرُونَكُمۡ أَوۡ يَنتَصِرُونَ
Naast Allah? Kunnen zij u helpen of zichzelf helpen
Surah Ash-Shuara, Verse 93
فَكُبۡكِبُواْ فِيهَا هُمۡ وَٱلۡغَاوُۥنَ
Dan zullen zij hals over kop in (de hel) worden geworpen, zij en de dwalenden
Surah Ash-Shuara, Verse 94
وَجُنُودُ إِبۡلِيسَ أَجۡمَعُونَ
En de scharen van Iblies, allen tezamen
Surah Ash-Shuara, Verse 95
قَالُواْ وَهُمۡ فِيهَا يَخۡتَصِمُونَ
Terwijl zij daarin onder elkander twisten, zullen zij (tegen de afgoden) zeggen
Surah Ash-Shuara, Verse 96
تَٱللَّهِ إِن كُنَّا لَفِي ضَلَٰلٖ مُّبِينٍ
Bij Allah, wij waren klaarblijkelijk in dwaling
Surah Ash-Shuara, Verse 97
إِذۡ نُسَوِّيكُم بِرَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
Toen wij u gelijk stelden aan de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 98
وَمَآ أَضَلَّنَآ إِلَّا ٱلۡمُجۡرِمُونَ
En slechts de schuldigen deden ons dwalen
Surah Ash-Shuara, Verse 99
فَمَا لَنَا مِن شَٰفِعِينَ
En wij hebben nu geen bemiddelaar
Surah Ash-Shuara, Verse 100
وَلَا صَدِيقٍ حَمِيمٖ
Noch een boezemvriend
Surah Ash-Shuara, Verse 101
فَلَوۡ أَنَّ لَنَا كَرَّةٗ فَنَكُونَ مِنَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
Indien er voor ons een terugkeer (naar de aarde) was, zouden wij tot de gelovigen behoren
Surah Ash-Shuara, Verse 102
إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗۖ وَمَا كَانَ أَكۡثَرُهُم مُّؤۡمِنِينَ
Hierin is waarlijk een teken, maar de meesten onder hen willen het niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 103
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
En voorwaar, uw Heer is de Machtige, de Genadevolle
Surah Ash-Shuara, Verse 104
كَذَّبَتۡ قَوۡمُ نُوحٍ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Het volk van Noach verloochende de boodschappers
Surah Ash-Shuara, Verse 105
إِذۡ قَالَ لَهُمۡ أَخُوهُمۡ نُوحٌ أَلَا تَتَّقُونَ
Toen hun broeder, Noach, tot hen zeide: "Wilt gij niet (God) vrezen
Surah Ash-Shuara, Verse 106
إِنِّي لَكُمۡ رَسُولٌ أَمِينٞ
Waarlijk, ik ben voor u een getrouwe boodschapper
Surah Ash-Shuara, Verse 107
فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
Vreest daarom Allah, en gehoorzaamt mij
Surah Ash-Shuara, Verse 108
وَمَآ أَسۡـَٔلُكُمۡ عَلَيۡهِ مِنۡ أَجۡرٍۖ إِنۡ أَجۡرِيَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
En ik vraag u er geen beloning voor: Mijn loon is bij de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 109
فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij
Surah Ash-Shuara, Verse 110
۞قَالُوٓاْ أَنُؤۡمِنُ لَكَ وَٱتَّبَعَكَ ٱلۡأَرۡذَلُونَ
Zij antwoordden: "Zullen wij u geloven terwijl slechts de onaanzienlijken u volgen
Surah Ash-Shuara, Verse 111
قَالَ وَمَا عِلۡمِي بِمَا كَانُواْ يَعۡمَلُونَ
Hij (Noach) zeide: "En wat weet ik er van wat zij deden
Surah Ash-Shuara, Verse 112
إِنۡ حِسَابُهُمۡ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّيۖ لَوۡ تَشۡعُرُونَ
Hun rekening is alleen bij mijn Heer, als gij het slechts wist
Surah Ash-Shuara, Verse 113
وَمَآ أَنَا۠ بِطَارِدِ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
En ik ga de gelovigen niet verdrijven
Surah Ash-Shuara, Verse 114
إِنۡ أَنَا۠ إِلَّا نَذِيرٞ مُّبِينٞ
Ik ben niets dan een duidelijke waarschuwer
Surah Ash-Shuara, Verse 115
قَالُواْ لَئِن لَّمۡ تَنتَهِ يَٰنُوحُ لَتَكُونَنَّ مِنَ ٱلۡمَرۡجُومِينَ
Zij zeiden: "Als gij niet ophoudt, o Noach, zult gij voorzeker worden gestenigd
Surah Ash-Shuara, Verse 116
قَالَ رَبِّ إِنَّ قَوۡمِي كَذَّبُونِ
Hij zeide: "Mijn Heer, mijn volk heeft mij verloochend
Surah Ash-Shuara, Verse 117
فَٱفۡتَحۡ بَيۡنِي وَبَيۡنَهُمۡ فَتۡحٗا وَنَجِّنِي وَمَن مَّعِيَ مِنَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
Oordeel daarom beslissend tussen hen en mij; en red mij en de gelovigen die met mij zijn
Surah Ash-Shuara, Verse 118
فَأَنجَيۡنَٰهُ وَمَن مَّعَهُۥ فِي ٱلۡفُلۡكِ ٱلۡمَشۡحُونِ
Daarom redden Wij hem en degenen die met hem in de geladen ark waren
Surah Ash-Shuara, Verse 119
ثُمَّ أَغۡرَقۡنَا بَعۡدُ ٱلۡبَاقِينَ
Daarna verdronken Wij degenen die achterbleven
Surah Ash-Shuara, Verse 120
إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗۖ وَمَا كَانَ أَكۡثَرُهُم مُّؤۡمِنِينَ
Hierin is voorwaar een teken, maar de meesten hunner willen niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 121
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
Waarlijk uw Heer is de Machtige, de Genadevolle
Surah Ash-Shuara, Verse 122
كَذَّبَتۡ عَادٌ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
De Aad verloochenden de boodschappers
Surah Ash-Shuara, Verse 123
إِذۡ قَالَ لَهُمۡ أَخُوهُمۡ هُودٌ أَلَا تَتَّقُونَ
Toen hun broeder Hoed tot hen zeide: "Zult gij niet godvruchtig worden
Surah Ash-Shuara, Verse 124
إِنِّي لَكُمۡ رَسُولٌ أَمِينٞ
Waarlijk, ik ben tot u een getrouwe boodschapper
Surah Ash-Shuara, Verse 125
فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
Daarom vreest Allah en gehoorzaamt mij
Surah Ash-Shuara, Verse 126
وَمَآ أَسۡـَٔلُكُمۡ عَلَيۡهِ مِنۡ أَجۡرٍۖ إِنۡ أَجۡرِيَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
En ik vraag u er geen beloning voor; mijn loon is slechts bij de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 127
أَتَبۡنُونَ بِكُلِّ رِيعٍ ءَايَةٗ تَعۡبَثُونَ
Bouwt gij monumenten op elke hoge plaats om u te vermaken
Surah Ash-Shuara, Verse 128
وَتَتَّخِذُونَ مَصَانِعَ لَعَلَّكُمۡ تَخۡلُدُونَ
En bouwt gij kastelen, alsof gij voor eeuwig zult leven
Surah Ash-Shuara, Verse 129
وَإِذَا بَطَشۡتُم بَطَشۡتُمۡ جَبَّارِينَ
En als gij iemand aangrijpt, grijpt gij hem aan als geweldenaars
Surah Ash-Shuara, Verse 130
فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
Vreest Allah en gehoorzaamt mij
Surah Ash-Shuara, Verse 131
وَٱتَّقُواْ ٱلَّذِيٓ أَمَدَّكُم بِمَا تَعۡلَمُونَ
Ja, vreest Hem, Die alles wat gij weet aan u geschonken heeft
Surah Ash-Shuara, Verse 132
أَمَدَّكُم بِأَنۡعَٰمٖ وَبَنِينَ
Hij heeft u overvloedig vee en kinderen geschonken
Surah Ash-Shuara, Verse 133
وَجَنَّـٰتٖ وَعُيُونٍ
En tuinen en bronnen
Surah Ash-Shuara, Verse 134
إِنِّيٓ أَخَافُ عَلَيۡكُمۡ عَذَابَ يَوۡمٍ عَظِيمٖ
Ik vrees voor u inderdaad de straf van een grote Dag
Surah Ash-Shuara, Verse 135
قَالُواْ سَوَآءٌ عَلَيۡنَآ أَوَعَظۡتَ أَمۡ لَمۡ تَكُن مِّنَ ٱلۡوَٰعِظِينَ
Zij antwoordden: "Het is ons hetzelfde of gij predikt of niet
Surah Ash-Shuara, Verse 136
إِنۡ هَٰذَآ إِلَّا خُلُقُ ٱلۡأَوَّلِينَ
Dit is niets dan een verzinsel der ouden
Surah Ash-Shuara, Verse 137
وَمَا نَحۡنُ بِمُعَذَّبِينَ
En wij zullen niet worden gestraft
Surah Ash-Shuara, Verse 138
فَكَذَّبُوهُ فَأَهۡلَكۡنَٰهُمۡۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗۖ وَمَا كَانَ أَكۡثَرُهُم مُّؤۡمِنِينَ
Daarom verloochenden zij hem en Wij vernietigden hen. Daarin is waarlijk een teken, maar de meesten hunner willen niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 139
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
En voorwaar uw Heer is de Machtige, de Genadevolle
Surah Ash-Shuara, Verse 140
كَذَّبَتۡ ثَمُودُ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Het geslacht van Samoed verloochende de boodschappers eveneens
Surah Ash-Shuara, Verse 141
إِذۡ قَالَ لَهُمۡ أَخُوهُمۡ صَٰلِحٌ أَلَا تَتَّقُونَ
Toen hun broeder, Salih, tot hen zeide, "Wilt gij niet godvruchtig worden
Surah Ash-Shuara, Verse 142
إِنِّي لَكُمۡ رَسُولٌ أَمِينٞ
Waarlijk ik ben voor u een getrouwe boodschapper
Surah Ash-Shuara, Verse 143
فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij
Surah Ash-Shuara, Verse 144
وَمَآ أَسۡـَٔلُكُمۡ عَلَيۡهِ مِنۡ أَجۡرٍۖ إِنۡ أَجۡرِيَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 145
أَتُتۡرَكُونَ فِي مَا هَٰهُنَآ ءَامِنِينَ
Zult gij met rust worden gelaten tussen de dingen die hier zijn
Surah Ash-Shuara, Verse 146
فِي جَنَّـٰتٖ وَعُيُونٖ
Tussen tuinen en bronnen
Surah Ash-Shuara, Verse 147
وَزُرُوعٖ وَنَخۡلٖ طَلۡعُهَا هَضِيمٞ
En korenvelden en dadelpalmen vol vruchten
Surah Ash-Shuara, Verse 148
وَتَنۡحِتُونَ مِنَ ٱلۡجِبَالِ بُيُوتٗا فَٰرِهِينَ
En de huizen, welke gij met grote handigheid uit de bergen maakt
Surah Ash-Shuara, Verse 149
فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
Daarom vreest Allah en gehoorzaamt mij
Surah Ash-Shuara, Verse 150
وَلَا تُطِيعُوٓاْ أَمۡرَ ٱلۡمُسۡرِفِينَ
En gehoorzaamt niet aan het bevel der buitensporigen
Surah Ash-Shuara, Verse 151
ٱلَّذِينَ يُفۡسِدُونَ فِي ٱلۡأَرۡضِ وَلَا يُصۡلِحُونَ
Die onheil op aarde stichten, en zich niet beteren
Surah Ash-Shuara, Verse 152
قَالُوٓاْ إِنَّمَآ أَنتَ مِنَ ٱلۡمُسَحَّرِينَ
Zeiden zij: "Gij zijt betoverd
Surah Ash-Shuara, Verse 153
مَآ أَنتَ إِلَّا بَشَرٞ مِّثۡلُنَا فَأۡتِ بِـَٔايَةٍ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
Gij zijt slechts een mens zoals wij, toon ons dan een teken, als gij tot de waarachtigen behoort
Surah Ash-Shuara, Verse 154
قَالَ هَٰذِهِۦ نَاقَةٞ لَّهَا شِرۡبٞ وَلَكُمۡ شِرۡبُ يَوۡمٖ مَّعۡلُومٖ
Hij (Salih) zeide: "Hier is een kamelin, zij heeft haar beurt om te drinken en gij hebt uw beurt om te drenken op een vastgestelde tijd
Surah Ash-Shuara, Verse 155
وَلَا تَمَسُّوهَا بِسُوٓءٖ فَيَأۡخُذَكُمۡ عَذَابُ يَوۡمٍ عَظِيمٖ
En doe haar geen kwaad anders zal de straf van een grote Dag u achterhalen
Surah Ash-Shuara, Verse 156
فَعَقَرُوهَا فَأَصۡبَحُواْ نَٰدِمِينَ
Doch zij verlamden haar en daarna hadden zij er spijt van
Surah Ash-Shuara, Verse 157
فَأَخَذَهُمُ ٱلۡعَذَابُۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗۖ وَمَا كَانَ أَكۡثَرُهُم مُّؤۡمِنِينَ
Maar de straf achterhaalde hen. Voorwaar daarin is een teken maar de meesten hunner willen niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 158
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
Uw Heer is de Machtige, de Genadevolle
Surah Ash-Shuara, Verse 159
كَذَّبَتۡ قَوۡمُ لُوطٍ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Ook het volk van Lot verloochende de boodschappers
Surah Ash-Shuara, Verse 160
إِذۡ قَالَ لَهُمۡ أَخُوهُمۡ لُوطٌ أَلَا تَتَّقُونَ
Toen hun broeder Lot tot hen zeide: "Wilt gij niet rechtvaardig worden
Surah Ash-Shuara, Verse 161
إِنِّي لَكُمۡ رَسُولٌ أَمِينٞ
Waarlijk, ik ben u een getrouwe boodschapper
Surah Ash-Shuara, Verse 162
فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij
Surah Ash-Shuara, Verse 163
وَمَآ أَسۡـَٔلُكُمۡ عَلَيۡهِ مِنۡ أَجۡرٍۖ إِنۡ أَجۡرِيَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 164
أَتَأۡتُونَ ٱلذُّكۡرَانَ مِنَ ٱلۡعَٰلَمِينَ
Nadert gij van alle schepselen de mannen
Surah Ash-Shuara, Verse 165
وَتَذَرُونَ مَا خَلَقَ لَكُمۡ رَبُّكُم مِّنۡ أَزۡوَٰجِكُمۚ بَلۡ أَنتُمۡ قَوۡمٌ عَادُونَ
En verlaat gij uw vrouwen, die uw Heer voor u heeft geschapen? Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten gaat
Surah Ash-Shuara, Verse 166
قَالُواْ لَئِن لَّمۡ تَنتَهِ يَٰلُوطُ لَتَكُونَنَّ مِنَ ٱلۡمُخۡرَجِينَ
Zij zeiden: "Als gij niet ophoudt, o Lot, zult gij zeker worden verbannen
Surah Ash-Shuara, Verse 167
قَالَ إِنِّي لِعَمَلِكُم مِّنَ ٱلۡقَالِينَ
Hij zeide: "Waarlijk, ik veracht uw handelwijze
Surah Ash-Shuara, Verse 168
رَبِّ نَجِّنِي وَأَهۡلِي مِمَّا يَعۡمَلُونَ
Mijn Heer, red mij en mijn familie van hetgeen zij doen
Surah Ash-Shuara, Verse 169
فَنَجَّيۡنَٰهُ وَأَهۡلَهُۥٓ أَجۡمَعِينَ
Daarom redden Wij hem en zijn hele gezin
Surah Ash-Shuara, Verse 170
إِلَّا عَجُوزٗا فِي ٱلۡغَٰبِرِينَ
Behalve een oude vrouw die achterbleef
Surah Ash-Shuara, Verse 171
ثُمَّ دَمَّرۡنَا ٱلۡأٓخَرِينَ
Daarna vernietigden Wij de anderen
Surah Ash-Shuara, Verse 172
وَأَمۡطَرۡنَا عَلَيۡهِم مَّطَرٗاۖ فَسَآءَ مَطَرُ ٱلۡمُنذَرِينَ
En Wij deden een regen op hen regenen, en vreselijk was de regen voor hen, die waren gewaarschuwd
Surah Ash-Shuara, Verse 173
إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗۖ وَمَا كَانَ أَكۡثَرُهُم مُّؤۡمِنِينَ
Daarin is waarlijk een teken maar de meesten hunner willen niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 174
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
En voorwaar, uw Heer is de Machtige, de Genadevolle
Surah Ash-Shuara, Verse 175
كَذَّبَ أَصۡحَٰبُ لۡـَٔيۡكَةِ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Het volk van het woud verloochende ook de boodschappers
Surah Ash-Shuara, Verse 176
إِذۡ قَالَ لَهُمۡ شُعَيۡبٌ أَلَا تَتَّقُونَ
Toen Shoaib tot hen zeide: "Wilt gij niet godvruchtig worden
Surah Ash-Shuara, Verse 177
إِنِّي لَكُمۡ رَسُولٌ أَمِينٞ
Waarlijk, ik ben voor u een getrouwe boodschapper
Surah Ash-Shuara, Verse 178
فَٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
Daarom vreest Allah en gehoorzaamt mij
Surah Ash-Shuara, Verse 179
وَمَآ أَسۡـَٔلُكُمۡ عَلَيۡهِ مِنۡ أَجۡرٍۖ إِنۡ أَجۡرِيَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 180
۞أَوۡفُواْ ٱلۡكَيۡلَ وَلَا تَكُونُواْ مِنَ ٱلۡمُخۡسِرِينَ
Geeft de volle maat en behoort niet tot hen die minder geven (bedriegers)
Surah Ash-Shuara, Verse 181
وَزِنُواْ بِٱلۡقِسۡطَاسِ ٱلۡمُسۡتَقِيمِ
En weegt met de zuivere weegschaal
Surah Ash-Shuara, Verse 182
وَلَا تَبۡخَسُواْ ٱلنَّاسَ أَشۡيَآءَهُمۡ وَلَا تَعۡثَوۡاْ فِي ٱلۡأَرۡضِ مُفۡسِدِينَ
En doet de mensen in hetgeen hun toekomt niet te kort, noch handelt verderfelijk door onheil te stichten op aarde
Surah Ash-Shuara, Verse 183
وَٱتَّقُواْ ٱلَّذِي خَلَقَكُمۡ وَٱلۡجِبِلَّةَ ٱلۡأَوَّلِينَ
En vreest Hem, Die u en de vroegere geslachten schiep
Surah Ash-Shuara, Verse 184
قَالُوٓاْ إِنَّمَآ أَنتَ مِنَ ٱلۡمُسَحَّرِينَ
Zij zeiden: "Gij zijt slechts betoverd
Surah Ash-Shuara, Verse 185
وَمَآ أَنتَ إِلَّا بَشَرٞ مِّثۡلُنَا وَإِن نَّظُنُّكَ لَمِنَ ٱلۡكَٰذِبِينَ
En gij zijt niets meer dan een man zoals wij en wij denken dat gij tot de leugenaars behoort
Surah Ash-Shuara, Verse 186
فَأَسۡقِطۡ عَلَيۡنَا كِسَفٗا مِّنَ ٱلسَّمَآءِ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
Doe dan stukken van de hemel op ons vallen als gij waarachtig zijt
Surah Ash-Shuara, Verse 187
قَالَ رَبِّيٓ أَعۡلَمُ بِمَا تَعۡمَلُونَ
Hij zeide: "Mijn Heer weet het beste wat gij doet
Surah Ash-Shuara, Verse 188
فَكَذَّبُوهُ فَأَخَذَهُمۡ عَذَابُ يَوۡمِ ٱلظُّلَّةِۚ إِنَّهُۥ كَانَ عَذَابَ يَوۡمٍ عَظِيمٍ
En zij verloochenden hem. Daarna achterhaalde hen de straf van de dag der overschaduwing. Dat was waarlijk de straf van een grote dag
Surah Ash-Shuara, Verse 189
إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَةٗۖ وَمَا كَانَ أَكۡثَرُهُم مُّؤۡمِنِينَ
Voorwaar, daarin is een teken maar de meesten hunner willen niet geloven
Surah Ash-Shuara, Verse 190
وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
Waarlijk uw Heer is de Almachtige, de Genadevolle
Surah Ash-Shuara, Verse 191
وَإِنَّهُۥ لَتَنزِيلُ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ
Voorwaar dit Boek is een openbaring van de Heer der Werelden
Surah Ash-Shuara, Verse 192
نَزَلَ بِهِ ٱلرُّوحُ ٱلۡأَمِينُ
De Heilige Geest (Gabriël) heeft het nedergebracht
Surah Ash-Shuara, Verse 193
عَلَىٰ قَلۡبِكَ لِتَكُونَ مِنَ ٱلۡمُنذِرِينَ
In uw hart, opdat gij de waarschuwer moogt zijn
Surah Ash-Shuara, Verse 194
بِلِسَانٍ عَرَبِيّٖ مُّبِينٖ
In duidelijke Arabische taal
Surah Ash-Shuara, Verse 195
وَإِنَّهُۥ لَفِي زُبُرِ ٱلۡأَوَّلِينَ
En het is zeker in de geschriften der vroegere volkeren (vermeld)
Surah Ash-Shuara, Verse 196
أَوَلَمۡ يَكُن لَّهُمۡ ءَايَةً أَن يَعۡلَمَهُۥ عُلَمَـٰٓؤُاْ بَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ
Is het geen teken voor hen dat de geleerden onder de kinderen van Israël het weten
Surah Ash-Shuara, Verse 197
وَلَوۡ نَزَّلۡنَٰهُ عَلَىٰ بَعۡضِ ٱلۡأَعۡجَمِينَ
Indien Wij het aan een vreemdeling hadden geopenbaard
Surah Ash-Shuara, Verse 198
فَقَرَأَهُۥ عَلَيۡهِم مَّا كَانُواْ بِهِۦ مُؤۡمِنِينَ
En hij had het hun voorgelezen, dan zouden zij er nooit in hebben geloofd
Surah Ash-Shuara, Verse 199
كَذَٰلِكَ سَلَكۡنَٰهُ فِي قُلُوبِ ٱلۡمُجۡرِمِينَ
Zo hebben Wij het (ongeloof) in de harten der zondaren doen binnendringen
Surah Ash-Shuara, Verse 200
لَا يُؤۡمِنُونَ بِهِۦ حَتَّىٰ يَرَوُاْ ٱلۡعَذَابَ ٱلۡأَلِيمَ
Zij zullen er niet in geloven voordat zij de smartelijke straf zien
Surah Ash-Shuara, Verse 201
فَيَأۡتِيَهُم بَغۡتَةٗ وَهُمۡ لَا يَشۡعُرُونَ
Maar deze zal plotseling over hen komen terwijl zij het niet bemerken
Surah Ash-Shuara, Verse 202
فَيَقُولُواْ هَلۡ نَحۡنُ مُنظَرُونَ
En zij zullen zeggen: "Wordt ons geen uitstel gegeven
Surah Ash-Shuara, Verse 203
أَفَبِعَذَابِنَا يَسۡتَعۡجِلُونَ
Vragen zij dan Onze straf te verhaasten
Surah Ash-Shuara, Verse 204
أَفَرَءَيۡتَ إِن مَّتَّعۡنَٰهُمۡ سِنِينَ
Zeg: "Als Wij hun toest,aan jaren te genieten
Surah Ash-Shuara, Verse 205
ثُمَّ جَآءَهُم مَّا كَانُواْ يُوعَدُونَ
En hun dan datgene zou overkomen, waaabmede zij werden bedreigd
Surah Ash-Shuara, Verse 206
مَآ أَغۡنَىٰ عَنۡهُم مَّا كَانُواْ يُمَتَّعُونَ
Zou al hetgeen hun werd geschonken hun toch niet baten
Surah Ash-Shuara, Verse 207
وَمَآ أَهۡلَكۡنَا مِن قَرۡيَةٍ إِلَّا لَهَا مُنذِرُونَ
En Wij vernietigden nooit een stad, zonder dat er voor haar een Waarschuwer was geweest
Surah Ash-Shuara, Verse 208
ذِكۡرَىٰ وَمَا كُنَّا ظَٰلِمِينَ
Om te vermanen. Wij waren nooit onrechtvaardig
Surah Ash-Shuara, Verse 209
وَمَا تَنَزَّلَتۡ بِهِ ٱلشَّيَٰطِينُ
De duivelen hebben (de Koran) niet nedergebracht
Surah Ash-Shuara, Verse 210
وَمَا يَنۢبَغِي لَهُمۡ وَمَا يَسۡتَطِيعُونَ
Noch is het passend voor hen, noch zijn zij in staat, dat te doen
Surah Ash-Shuara, Verse 211
إِنَّهُمۡ عَنِ ٱلسَّمۡعِ لَمَعۡزُولُونَ
Voorzeker het horen (hiervan) is hun ontnomen
Surah Ash-Shuara, Verse 212
فَلَا تَدۡعُ مَعَ ٱللَّهِ إِلَٰهًا ءَاخَرَ فَتَكُونَ مِنَ ٱلۡمُعَذَّبِينَ
Roep daarom naast Allah geen andere god aan, anders zult gij gestraft worden
Surah Ash-Shuara, Verse 213
وَأَنذِرۡ عَشِيرَتَكَ ٱلۡأَقۡرَبِينَ
En waarschuw uw naaste familieleden
Surah Ash-Shuara, Verse 214
وَٱخۡفِضۡ جَنَاحَكَ لِمَنِ ٱتَّبَعَكَ مِنَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
En wend u met zachtmoedigheid tot de gelovigen die u volgen
Surah Ash-Shuara, Verse 215
فَإِنۡ عَصَوۡكَ فَقُلۡ إِنِّي بَرِيٓءٞ مِّمَّا تَعۡمَلُونَ
Indien zij u dan niet gehoorzamen, zeg: "Ik heb niets uitstaande met hetgeen gij doet
Surah Ash-Shuara, Verse 216
وَتَوَكَّلۡ عَلَى ٱلۡعَزِيزِ ٱلرَّحِيمِ
En stel uw vertrouwen in de Almachtige, de Genadevolle
Surah Ash-Shuara, Verse 217
ٱلَّذِي يَرَىٰكَ حِينَ تَقُومُ
Die u ziet wanneer gij opstaat
Surah Ash-Shuara, Verse 218
وَتَقَلُّبَكَ فِي ٱلسَّـٰجِدِينَ
En uw bewegingen onder hen die zich nederwerpen (in aanbidding)
Surah Ash-Shuara, Verse 219
إِنَّهُۥ هُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلۡعَلِيمُ
Want Hij is de Alhorende, de Alwetende
Surah Ash-Shuara, Verse 220
هَلۡ أُنَبِّئُكُمۡ عَلَىٰ مَن تَنَزَّلُ ٱلشَّيَٰطِينُ
Zal ik u mededelen op wie de duivelen nederdalen
Surah Ash-Shuara, Verse 221
تَنَزَّلُ عَلَىٰ كُلِّ أَفَّاكٍ أَثِيمٖ
Zij dalen op elke verstokte leugenaar en zondaar neder
Surah Ash-Shuara, Verse 222
يُلۡقُونَ ٱلسَّمۡعَ وَأَكۡثَرُهُمۡ كَٰذِبُونَ
En zij verlenen gehoor aan (geruchten) en velen hunner zijn zelf leugenaars
Surah Ash-Shuara, Verse 223
وَٱلشُّعَرَآءُ يَتَّبِعُهُمُ ٱلۡغَاوُۥنَ
En de dichters! de dwalenden volgen hen
Surah Ash-Shuara, Verse 224
أَلَمۡ تَرَ أَنَّهُمۡ فِي كُلِّ وَادٖ يَهِيمُونَ
Hebt gij niet gezien hoe zij in elk dal radeloos rondlopen
Surah Ash-Shuara, Verse 225
وَأَنَّهُمۡ يَقُولُونَ مَا لَا يَفۡعَلُونَ
En wat zij zeggen doen zij niet
Surah Ash-Shuara, Verse 226
إِلَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَعَمِلُواْ ٱلصَّـٰلِحَٰتِ وَذَكَرُواْ ٱللَّهَ كَثِيرٗا وَٱنتَصَرُواْ مِنۢ بَعۡدِ مَا ظُلِمُواْۗ وَسَيَعۡلَمُ ٱلَّذِينَ ظَلَمُوٓاْ أَيَّ مُنقَلَبٖ يَنقَلِبُونَ
Behalve zij die geloven en goede werken doen, en Allah vaak gedenken, en zich verdedigen nadat hun onrecht is aangedaan, maar de onrechtvaardigen zullen weldra weten welke wending hun zaken zullen nemen
Surah Ash-Shuara, Verse 227