وَمَا كُنتَ بِجَانِبِ ٱلۡغَرۡبِيِّ إِذۡ قَضَيۡنَآ إِلَىٰ مُوسَى ٱلۡأَمۡرَ وَمَا كُنتَ مِنَ ٱلشَّـٰهِدِينَ
En gij (Mohammed) waart niet aan de westelijke kant (van de berg) toen Wij Mozes de geboden mededeelden, noch waart gij onder de aanwezigen
Author: Van De Taal