قَالَ رَبِّ إِنِّي لَآ أَمۡلِكُ إِلَّا نَفۡسِي وَأَخِيۖ فَٱفۡرُقۡ بَيۡنَنَا وَبَيۡنَ ٱلۡقَوۡمِ ٱلۡفَٰسِقِينَ
Hij zeide: "Mijn Heer, ik heb macht over niemand dan over mijzelf en mijn broeder, maak daarom een onderscheid tussen ons en het opstandige volk
Author: Van De Taal