Surah Al-Anaam Verse 50 - Danish Translation by Van De Taal
Surah Al-Anaamقُل لَّآ أَقُولُ لَكُمۡ عِندِي خَزَآئِنُ ٱللَّهِ وَلَآ أَعۡلَمُ ٱلۡغَيۡبَ وَلَآ أَقُولُ لَكُمۡ إِنِّي مَلَكٌۖ إِنۡ أَتَّبِعُ إِلَّا مَا يُوحَىٰٓ إِلَيَّۚ قُلۡ هَلۡ يَسۡتَوِي ٱلۡأَعۡمَىٰ وَٱلۡبَصِيرُۚ أَفَلَا تَتَفَكَّرُونَ
Zeg: "Ik zeg niet tot u, dat ik de schatten van Allah bezit, noch dat ik het onzienlijke ken, noch zeg ik tot u: 'Ik ben een engel'; ik volg slechts hetgeen mij wordt geopenbaard." Zeg: "Kunnen de blinde en de ziende gelijk zijn? Wilt gij dan niet nadenken