وَأَمَّا ٱلَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٞ فَزَادَتۡهُمۡ رِجۡسًا إِلَىٰ رِجۡسِهِمۡ وَمَاتُواْ وَهُمۡ كَٰفِرُونَ
En voor degenen in wier hart een ziekte is, voegt het onreinheid bij onreinheid en zij sterven terwijl zij ongelovig zijn
Author: Van De Taal